Historie

Historie Renesse

De oudst bekende naam van Renesse is Riethnesse. Deze naam wordt voor het eerst in 1226 op een oorkonde vermeldt. De naam is in de loop der jaren veranderd en stamt waarschijnlijk van Riethnisse (een met riet begroeid laag gelegen land) of Réénisse (laag en met greppels doorkruist land). Er was dus een stuk land, dat als een neus een eindje de zee in stak en met riet was begroeid.

Historie Renesse

De inwoners, die spottend ‘zandloapers’ werden genoemd, hadden het over Renisse. Een tweede spotnaam was ‘geitenbokken’, want vrijwel iedereen hield hier in vroeger tijden geiten. Het was de "koe van de arme man". En armoe was troef in de Westhoek.

Ringdorp

Historie Renesse

Het vroegere Renesse was een zogenoemd een ringdorp, omdat het is gebouwd rondom het pittoreske kerkje. Deze gotische Jacobuskerk is een gebouw waarvan de toren dateert van voor 1458. Het schip dateert uit de 16e eeuw. In die tijd liepen er niet veel wegen naar het strand. De belangrijkste was de Laône. Dit smalle weggetje liep door tot de duinen waar op een later tijdstip de ijzeren vuurtoren is gebouwd (1856). Deze is helaas in 1916 weer afgebroken. De vuurtorenwachter woonde destijds in Zeerust (het huis onder de duinen). Zeerust is heden ten dage nog een begrip in Renesse.

Badgasten

Historie Renesse

Al vroeg in de 20e eeuw kwamen de eerste badgasten. Ze vonden hier rust en stilte. Waaronder bekende namen als Albert Plesman en Anton Pieck. De eerste zomerhuisjes werden gebouwd, natuurlijk vlak bij het strand. Doordat vanaf 1900 het strandbaden erg in opmars kwam zagen enkele ondernemers er wel brood in, er werden op kleine schaal voorzieningen getroffen voor de toeristen, met name het plaatsen van een strandtent, destijds heette dat ‘verversingstent’. Bij dit etablissement kon men onder andere badkleding huren.

Historie Renesse

In 1911 richtte een aantal vooruitstrevende notabelen de Vereeniging Renesse Vooruit op. Deze vereniging had tot doel vreemdelingen op de toeristische kwaliteiten van Renesse te wijzen. De verlenging van het tracé van de stoomtram ZijpeBrouwershaven tot aan Burgh maakte Renesse vanaf 1915 aanzienlijk beter bereikbaar. Begin jaren twintig werd het eerste kampeerterrein aan de Hogezoom geopend, waar ook de eerste zomerhuisjes werden gebouwd.

Tijdens de watersnoodramp van 1953 bleef Renesse droog en vingen de bewoners veel eilandgenoten als evacué op. Na de ramp, toen Schouwen-Duiveland een schiereiland werd door de dammen van het Deltaplan, breidde het toerisme zich sterk uit en werden bungalowparken aangelegd. Veel fruit- en boerenbedrijven werden omgevormd tot campings, die elk jaar, meegaand met de eisen van de tijd, luxer werden. Maar in voor- en najaar kan men er nog steeds de rust vinden. De ruimte is er nog altijd met prachtige stranden, uitgestrekte duinen en oneindige polders.

De recreatiesector van Renesse zet sinds een aantal jaren een grootschalige kwaliteitsslag in. De moderne toerist vindt in en om Renesse zowel de rust en ruimte van vroeger, als het vertier, de luxe en het gemak die passen bij de eisen van deze tijd. Zo is Renesse een badplaats geworden, waar jong en oud zich thuis voelen.